vrijdag 7 juni 2013

De Engelenmaker door Stefan Brijs

Deze periode heb ik het boek "De Engelenmaker" geschreven door Stefan Brijs gelezen.

Vraag 1:

  1. Victor wordt eigenlijk als heel apart en raar gezien. Door zijn hazenlip kan hij moeilijker praten en vinden mensen hem erg lelijk.]
  2. Het Syndroom van Asperge is vorm van autisme. Er is bij dit syndroom echter geen achterstand bij de taalontwikkeling. De hoofdpersoon, Victor Hoppe, heeft het Syndroom van Asperge en dat is vooral te zien aan de manier waarop hij contact legt met zijn omgeving. Hij is verhuisd naar een dorp waar iedereen elkaar kent en hij past eigenlijk niet zo goed in die omgeving. Victor is geen deel van de buurt en het onderscheid tussen hem en de andere bewoners is heel groot. Je kunt merken dat Victor het Syndroom van Asperge heeft door aan zijn snelle taalontwikkeling en het feit dat hij heel slim is en dat hij alles onthoudt.
38: Victor vraagt aan Charlotte Maenhout of zij op zijn kinderen wil passen, maar hij heeft helemaal niet door dat zij dit niet zo ziet zitten. Hij kan niet van haar gezicht aflezen hoe ze er werkelijk over denkt.
114: Aan het begin van het boek wordt Victor beschreven als een gesloten persoon die niet veel van anderen hoeft te weten. Dat wordt duidelijk gemaakt op het moment dat hij Charlotte niet groet wanneer zij aan komt lopen.
163-164: Victor gaat chaotisch en amateuristisch te werk. Het is onmogelijk om samenhang tussen zijn experimenten en formules te vinden. De structuur zit in Victor zijn hoofd. Woorden zijn slechts sleutels die deuren openen waarachter zich een stroom van informatie bevind.
183: Victor is zeer afstandelijk. Hij vermijdt oogcontact met anderen en laat niets van zichzelf doorschemeren aan zijn medemens.
121: Victor toont bijna nooit emoties en laat zich amper horen. Als iemand een gesprek met hem probeerde te voeren, reageerde hij meestal niet eens.
238: Victor kon uren achter elkaar met een zelfde experiment bezig zijn, zonder dat er ongeduld of ergernis ontstond. Hij was een van de begaafdste studenten ooit. Deze begaafdheid slaat niet op zijn communicatieve vaardigheden, maar op zijn intellectuele vaardigheden. Hij had ook geen contact met andere studenten en werd gezien al een “einzelgänger”.
243-244: Victor hield ervan als hij wist waar hij aan toe was. Vandaar dat hij aandacht besteedde aan strikte regels en tijdsindelingen. Een lesmethode die gebaseerd was op de abstracte vakken paste perfect bij het brein van Victor.
282-283: Het stoorde Victor niet als hij nageroepen werd. Er werden dingen gezegd Omdat hij nergens op inging werd het pesten nooit erg. Hij had een onopvallend bestaan in de klas.

Vraag 2:

A. Victor snapt niet wat goed en kwaad is. Hij kloont wezens waar veel mensen morele bezwaren tegen hebben omdat deze wezens moeite hebben met leven. Victor heeft niet door dat zijn medemens tegen zijn acties is. Daarnaast doet Victor altijd waar hij zelf zin in heeft zonder erbij na te denken wat andere mensen daarvan vinden. Hij wilt daarbij niet dat mensen hem in de weg lopen en werkt volgens zijn eigen wijze. Dat hij de teelballen van een pas gestorven man had afgesneden doet hem ook vrij weinig en hij snapt niet dat de familie van de overledene hier problemen mee zou kunnen hebben.

B. Zr. Marthe past op de kinderen van Victor waardoor Victor tijd heeft om zijn gang te gaan. Zr. Marthe heeft geen invloed op het gedrag van Victor aangezien Victor weinig inlevingsvermogen heeft.

Vraag 3:

A. Omdat iedereen altijd gestraft werd door God. God veroorzaakte natuurrampen en de verwoesting van steden. Hij doodde en strafte de mensen. Victor werd het volgende verteld door een aantal broeders: “God geeft, God neemt.” Victor vond dat onzin en was het hier niet mee eens. God gaf inderdaad, maar voor alles wat God gaf, nam Hij eens zoveel terug.

B. De broeders verzwakte het onderscheidingsvermogen van goed en kwaad. Victor heeft het Syndroom van Asperge en kan daarom alleen de kleuren zwart en wit zien. Hij kan de grijze kleur niet zien. Viktor zag daarom ook alleen de kant van God die strafte.

Vraag 4:

a. Op bladzijde 236 van het boek gebruikt zijn vader hem als een soort trots. Hij laat Viktor stukken van de Bijbel uit z’n hoofd leren om die vervolgens aan de pastoor te laten horen. Viktor kan heel goed hele stukken tekst uit zijn hoofd leren, maar interpreteert deze niet altijd even goed.
Op bladzijde 250 ontdekte Viktor dat Jezus een goed persoon was en nooit andere strafte, in tegenstelling tot God. Jezus vroeg ook om echter vergiffenis aan z’n vader, God, maar die r strafte hem juist. Viktor denkt dat God hem ook heeft gestaft door hem een hazenlip te geven bij de geboorte.
Op bladzijdes 284 tot 285 vind Viktor rust in zijn geloof, zijn visie hierop is nu definitief; God deed kwaad en Jezus deed goed.

a. Gunter Weber is de vader van Isaak. Gunter Weber was een dove jongen, en toen hij werd aangereden door een lijnbus ging Viktor naar de dode jongen toe en stal zijn teelballen. Dus de zaadcellen van Gunter werden gebruikt om de moeder van Isaak te bevruchten, dus hij is de vader.

Vraag 5:

a. Victor Hoppe heeft jaren doorgebracht in een gesticht voor ‘debielen’, de enige persoon die geloofde dat hij geen debiel is, is Zuster Marthe. Na een aantal jaar haalt zijn vader hem eindelijk uit het gesticht. Victor Hoppe geloofd dat mensen slecht of goed zijn, er is geen midden weg. Victor blijkt een genie te zijn en studeert in embryologie. Hij verbaast de wetenschap door muizen te produceren die uitsluitend manneljike of vrouwelijke ouders hadden. Hij kreeg een baan op de universiteit in Aken en kreeg hier geld om de muizen te klonen. Later werd het project stop gezet en werd hij ontslagen. Hij ging hierna zelf verder en slaagde er uiteindelijk in om zichzelf te klonen. Hier loog hij de draagmoeder voor, die hij een kind van zichzelf had beloofd. Rex Cremer, stafarts van de universiteit, weet als enige wat er werkelijk gaande is. Nadat de baby’s ter wereld waren gekomen, had Dokter Hoppe ze zelf meegenomen. Uiteindelijk komt Rex opnieuw in aanraking met de Hoppe. Hij ontmoet ook zijn kinderen en Hoppe vertelt hem dat er iets mis is met de kinderen. Ze worden veel te snel oud, elk levens jaar telt voor 10 of 15 jaar bij hun. Dit komt door een fout in hun chromosomen. De draagmoeder komt naar een tijdje terug, ze heeft spijt van haar beslissing niet voor de kinderen te zorgen. Zodra ze aankomt, is er al één kind dood, want Hoppe geeft de kinderen geen eten en aandacht meer, het klonen was tenslotte toch mislukt en hij hield zich alweer met andere dingen bezig.



b. Hij reageert er vrij nuchter, nonchalant en gemakkelijk op. Hij zegt bijvoorbeeld: ‘Maar er is niets verloren. Het was een mutatie. Niet meer dan dat. Nu weet ik het, kan ik er bij de selectie van de embryo’s op letten.’ Er wordt ook verteld dat hij de kinderen op een wetenschappelijke manier benaderde. Hij vergeleek ze ook nog steeds met muizen. ‘Ze leken zo op elkaar dat hij ze had moeten merken. Zoals bij muizen, had hij eraan toegevoegd, zonder ook maar een greintje schroom of ironie in zijn stem, alsof het een doodnormale manier van doen was geweest.’ Over het algemeen vind ik dat hij niet praat met emoties en verdriet om het overlijden van de kinderen, maar ze heel erg als objecten ziet. Het syndroom van Asperger verklaart dit denk ik voor een groot deel.

Recensie:

De recensente, Clara Strijbosch, vindt het boek “De Engelenmaker” een goed boek. Ze vindt het goed geschreven en vindt dat de auteur het grote en kleine in het boek beheerst. De stijl van schrijven vindt Clara Stijbosch erg realistisch en overtuigend. Ze noemt de schrijfstijl zelfs het magisch realisme. Ook is ze van mening dat alles uiteindelijk mooi in elkaar grijpt.  Het standpunt dat alles in elkaar grijpt wordt ondersteund met het argument dat ze vindt dat alles aan het einde duidelijk wordt. Ze vindt het boek zo realistisch geschreven door Stefan Brijs omdat hij het onwaarschijnlijke zo goed geloofwaardig kan maken. Alle perspectieven van de personages in het boek zijn overtuigend en goed uitgewerkt en hebben hun eigen toon en stijl. Mede door dit is het boek ook zo geloofwaardig en realistisch. Mijn mening over dit boek komt aardig overeen met de menig van Clara Strijbosch. Ik vond dat Stefan Brijs het verhaal erg realistisch geschreven had, maar soms vond ik sommige situaties nog erg onwaarschijnlijk. Ookal was zijn schrijfstijl erg realistisch, had ik het wel moeilijk om me goed in te leven in sommige situaties door de onwaarschijnlijkheid ervan. Maar ik stoorde me hier niet heel erg aan en kon nog wel gewoon van het boek genieten en me inleven.

K1:

a. Een “Gothic Novel” is een is literaire genre dat mysterie, roman en horror vermengt. Je kan verschillende kenmerken van een Gothic Novel herkennen in het de engelenmaker. Zo is het mysterie in dit verhaal is vooral te vinden in Victor Hoppe. Hij is een mysterieus figuur dat plotseling opduikt in een vertrouwd dorp. Dit wekt vragen op bij de burgers. Iedereen praat over hem en iedereen ziet hem als anders en als mysterieus. Ook zijn kinderen zijn vreemde mysterieuze figuren. Later in het boek ontdek je dat Victor Hoppe deze kinderen zelf gemaakt heeft. Dit is het horror deel van het boek. Op het einde van het boek wordt het duidelijk dat ook Victor Hoppe zelf een gekloond persoon is. Er is eindelijk een verklaring voor de aparte figuren. Het horror gedeelte van dit verhaal is hoe het klonen er aan toe gaat in de praktijk, dit wordt vaak ook heel uitgebreid en ranzig beschreven.
b. De Engelenmaker is zeker te beschouwen als een eigentijdse gothic novel omdat het verhaal zich afspeelt rond het tijdperk waar wij in leven. In dit dorp staat God heel centraal en het geloof is heel belangrijk voor de mensen, dat is wel minder in de maatschappij waarin wij nu leven. Wij willen ook steeds meer, net als Viktor Hoppe, we willen alles controleren. Hierdoor wordt de natuur verwoest en worden machtige mensen steeds machtiger.


K1:

A.“Gothic Novel” is een is literaire genre dat mysterie, roman en horror vermengt. Het mysterie in dit verhaal is vooral te vinden in Victor Hoppe. Hij is een mysterieus figuur dat plotseling opduikt in een vertrouwd dorp. Dit wekt vragen op bij de burgers. Iedereen praat over hem en iedereen ziet hem als anders en als mysterieus. Ook zijn kinderen zijn vreemde mysterieuze figuren. Later in het boek ontdek je dat Victor Hoppe deze kinderen zelf gemaakt heeft. Dit is het horror deel van het boek. Ook Victor Hoppe blijkt een gemaakt persoon te zijn. Eindelijk komt er een verklaring voor de aparte figuren. \
B. Het speelt zich af in een dorp waar god heel centraal staat het geloof is hier zeer belangrijk. Maar het speelt zich wel af rond de tijd van nu. Dit maakt het een eigentijdse gothic novel.

K2:

A. 4 mogelijke titels zijn:
-          De kloner
-          De verschrikkelijke dokter
-          Een beetje getikt
-          Autisme en doktoren zijn geen goede combinatie

B. De kloner: “De kloner” is naar onze mening de best passende titel van het boek, omdat de hoofdpersoon in het boek, Viktor Hoppe, mensen kloont. De gekloonde creaties van Victor spelen een grote rol in het verhaal en de kloner refereert dan ook naar Victor.

De verschrikkelijke dokter: De dokter die mensen kloont, is niet zo een vriendelijke man.
Victor Hoppe is een dokter die mensen kloont. Hij houdt geen rekening met anderen en doet waar hij zelf zin in heeft. “De verschrikkelijke dokter” refereert dus naar dokter Viktor, die daadwerkelijk verschrikkelijk is.

Een beetje getikt: Victor Hoppe is een beetje getikt, want hij kloont mensen zonder geweten en doet het omdat zijn eigen jeugd niet leuk was. Onschuldige mensen zijn dus slachtoffer van Victor’s vreselijke jeugd. “Een beetje getikt” refereert naar de getikte jeugd van Victor en naar Victor’s personage zelf.

Autisme en doktoren zijn geen goede combinatie: Victor Hoppe is autistisch en daarom is het moeilijk voor hem om rekening te houden met andere mensen. Klonen is voor veel mensen ethisch gezien niet verantwoord, maar dat maakt Victor niks uit. Autisme en doktoren zijn dus geen goede combinatie, omdat je als autist geen rekening met anderen kunt houden en je dat eigenlijk wel hoort te zijn als dokter. De titel sluit dus goed aan bij het verhaal.



K3:

A.                           Gedicht 1:
Een gekloond persoon telt voor twee.

Eén persoon
met één gedachten,
kan twee zijn
na een tijdje wachten.

Eén persoon
Twee gedaantes
Een kloon
Twee gedaantes
Eén persoon

Wetenschap en de techniek,
laten de mens niet meer uniek.

- Marilène B.

Gedicht 2:
I cloned myself on Friday night.
By Saturday at three
my clone had made another clone.
They both looked just like me.

They walked like me and talked like me.
They acted like me too.
They wore my clothes and used my stuff
and did the things I do.

But worst of all they made more clones
who then made even more,
and soon my house was overrun
and I was getting sore.

They wouldn't do my homework,
clean my room, or make my bed.
They wouldn't wash the dishes,
or do anything I said.
Instead they sat and watched TV
and played computer games.
They ate up all my favorite snacks
and called each other names.

And now they like to stay up late
and keep me wide awake.
My life is wrecked, but still I hope
you'll learn from my mistake.

Don't ever try to clone yourself.
But, if you ever do,
you'd better hope your clones are not
exactly just like you.
--Kenn Nesbitt
B. In gedicht 1 wordt er beweerd dat als je gekloond bent, je niet meer uniek bent als persoon. Dat is natuurlijk ook zo. Er is immers nog een versie van een persoon. Er wordt ook gesproken over de techniek die de mens steeds minder uniek maakt. Dat komt doordat mensen elkaar steeds meer gaan nadoen doordat er meer mogelijkheden zijn om dat te doen. De schrijver wilt duidelijk maken dat het toch belangrijk is om jezelf te zijn en uniek te blijven, want de wereld is alleen maar saai als iedereen hetzelfde is.
Gedicht 2 gaat ook over klonen. Een persoon maakt een kloon van zichzelf en achteraf gaan er allemaal dingen fout. Het klonen heeft nare gevolgen en de persoon komt erachter dat het klonen helemaal geen goed idee was. Hiermee wilt de schrijver verduidelijken dat je niet moet proberen iemand anders na te doen en gewoon lekker jezelf moet blijven. Als iedereen hetzelfde is, is het leven ook niet leuk.
C. Beiden gedichten gaan over klonen, wat overigens ook het onderwerp van het boek is. In het eerste gedicht komt de techniek en wetenschap ter sprake. Deze onderwerpen hebben ook te maken met het boek, omdat zonder klonen niet zou bestaan zonder techniek en wetenschap. Ook de nadelen van klonen komen naar voren: Men is niet meer uniek, klonen leveren uiteindelijk alleen maar problemen op en er kunnen veel dingen fout gaan tijdens het klonen van mensen. In het boek was het klonen ook fout gegaan. Tot slot wordt er in beide gedichten gesproken over dezelfde gedachten en andere gelijkenissen tussen de kloon en de gekloonde. In het verhaal wordt ook veel aandacht besteed aan de gelijkenissen tussen de klonen en de gekloonde.

vrijdag 8 maart 2013

Het Graf door Henning Mankell

Het Graf van Henning Mankell
Waarom dit boek?
  1. Ik heb dit boek gekozen omdat ik van detectives houd. Ik houd van spanning en van boeken waar je zelf ook over na kan denken. Ik vind het leuk om zelf ook mee te denken in het onderzoek en te kunnen kijken waar het over gaat.  Als ik dan even stop met lezen, denk ik er soms ook nog over na. Ik kijk zelf soms ook wel Scandinavische detective series en ik wist dat er ook een serie bestond die Wallander heette. Mijn ouders hadden dit boek thuis en daarom besloot ik om het boek te gaan lezen. Het was handig dat ik niet naar de bibliotheek hoefde en dat ik ook van het soort genre hield.
Korte samenvatting
  1. Het boek gaat over een Zweedse politie inspecteur Kurt Wallander. Hij is opzoek naar een boerderij en gaat er bij een kijken. In de tuin struikelt hij over een mensenhand. Later wordt er nog een lijk gevonden. Deze mensen liggen al 50 jaar onder de grond. Er is weinig informatie omdat veel mensen al overleden zijn. Het team heeft wel een vermoeden wie de overleden mensen zijn en Wallander gaat op bezoek bij hun zoon. Na hun gesprek krijgt Wallander een telefoontje dat de man het verzorginstehuis verlaten heeft. Wallander vindt hem in de boerderij waar de lichamen gevonden waren. Hij wordt echter neergeslagen en voor een tijdje gevangen gehouden. De man bekent alles en wil neerschieten. Alleen ontploft het geweer en overlijd hij zelf.

Het thema
3.      Ik vind het moeilijk om een bepaald thema uit dit boek te halen. Als je het boek namelijk leest springt er niet echt een specifiek thema uit. Omdat het natuurlijk wel om een moordzaak gaat, denk ik toch dat het belangrijkste thema van het boek moord moet zijn.

Het eerste citaat waarvan ik vind dat het aansluit bij de thematiek van het boek zijn 3 zinnen van bladzijde 31: “Was hier ooit een vrouw geweest die om een of andere reden was vermoord en in de tuin begraven? Waarom had niemand haar gemist, als ze hier had gewoond? Wat had zich hier in het huis afgespeeld?”. Dit is wat inspecteur Wallander zich bedenkt voordat hij de boerderij doorzoekt naar aanwijzingen. Ik vind dat dit citaat aansluit bij het thematiek van het boek omdat het goed laat zijn dat er een moord is gepleegd. Maar het laat ook zien dat de inspecteurs er niet blij om zijn omdat ze dan werk hebben, maar dat ze het zelf ook erg vinden dat het gebeurd is.

In het tweede citaat verteld de dader van de moord wat er is gebeurd. Deze zinnen staan op bladzijde 89: “Het gebeurde ’s nachts. Ze sliepen. Ik heb hen een klap op hun hoofd gegeven en gewurgd. Diezelfde nacht nog heb ik de kuilen gegraven. Voordat het licht werd, waren ze begraven en lag de aarde weer op haar plek.”. Dit sluit bij het thema van het boek, moord, omdat hier de dader verteld wat er is gebeurd. Op de bladzijde daarvoor vertelde de dader waarom hij het had gedaan.

Het belangrijkste personage

4.      De belangrijkste personage uit het boek is Kurt Wallander. Hij is niet zo’n ontzettende positieve man, maar hij geeft niet gauw op. Ik snap wel waarom hij niet zo positief in het leven staat. Hij is namelijk gescheiden van zijn vrouw en heeft nog geen andere vrouw of vriendin. Zijn dochter woont bij hem, maar ze hebben niet echt een ‘gezellige’ band. Maar alle ze vinden het alle twee niet zo erg. Hij wil ook graag een boerderij kopen. Maar als hij op een boerderij gaat kijken die ook binnen zijn budget ligt, vindt hij gelijk een lijk. Dit is natuurlijk het laatste wat je wilt als je een huis wilt gaan kopen. Ik snap ook wel dat hij niet snel opgeeft. Hij heeft al zeer veel met heel veel zaken die wel opgelost waren. Hij zit al lang in het vak en weet dat je geduld moet hebben en moet doorzetten als je tot een oplossing en uitkomst wilt komen. Als er twee weken geen nieuwe informatie gevonden wordt, stopt hij de zaak niet maar gaat hij juist verder zoeken naar aanwijzingen. Hij weet dat de zaak uiteindelijk wel opgelost wordt.

Ik sta in een heel andere manier in het leven. Ik vind namelijk dat ik zelf veel positiever in het leven sta. Ik weet niet of ik ook zo’n ontzettende doorzetter ben als dat Kurt Wallander is. Ik denk dat ik wel al gedacht had dat de zaak onoplosbaar was en het niet echt een uitkomst zou hebben. Ik weet niet of ik vrienden met hem zou kunnen zijn. In het boek komt hij soms best chagrijnig over. En hij is niet zo’n prater en praat liever niet dan wel. Ik heb liever een vriend die vrolijk is en wel graag wat praat. Maar misschien als ik in dezelfde situatie zat als Kurt Wallander, dat ik dan ook wel op deze manier zou doen en reageren.

Het taalgebruik

5.         Het taalgebruik van het boek is niet zo heel erg moeilijk. Het is gemakkelijk te lezen. De zinnen zelf zijn niet zo heel erg lang. Er zijn vaak ook zinnen die erg kort zijn. Dit kan je zien in het tweede citaat bij punt 3. Ik denkt dat de schrijver liever twee wat kortere zinnen schreef in plaats van een lange zin. Er worden niet erg veel moeilijk woorden gebruik, het taalgebruik is dus ook niet moeilijk te begrijpen. Het is makkelijk te lezen en je hoeft er niet te veel over na te denken. Je snapt alles wat je leest en hoeft dus niet de bladzijde over te lezen om nou te begrijpen wat er nou eigenlijk echt bedoeld wordt. Ik denk dat dit citaat illustreert wat ik hier boven allemaal over het taalgebruik heb gezegd. Bladzijde 57: “Hij begon te graven. Wallander stond erbij. Al na een paar minuten stopte Nyberg en begon met zijn vingers in de grond te wroeten. Hij haalde iets tevoorschijn wat op een steentje leek en gat dat aan Wallander. Het was een tand. De tand van een mens.”.

Gedachtes tijdens het lezen

6.         Tijdens het lezen van het boek raakte ik in een rustige stemming. Dit lijkt vreemd omdat het natuurlijk een thriller is. Maar het kwam omdat het een erg rustig onderzoek was. Dit kwam waarschijnlijk omdat het al een oude zaak was en veel mensen die er betrokken bij zouden kunnen zijn al overleden waren. Hierdoor konden er niet zoveel mensen ondervraagd worden en was het niet echt een hectisch onderzoek. Er moest echt naar informatie gezocht worden. Hierdoor was het best een rustgevend boek in plaats van een boek vol met actie. Doordat de herfst en het beginnen van de winter erg in het boek beschreven werden, vond ik het best een donker boek. Het deed me namelijk denken aan slecht weer.  

            Na het lezen

7.         Het lezen van dit boek heeft me eigenlijk niet zoveel opgebracht. Ik heb niet een bepaald moraal of een diepere betekenis weten te ontdekken. Ik kon er ook niet een bepaalde boodschap uit halen. Misschien zit er wel iets van een boodschap in dat je niet op moet geven en door moet zetten. Maar ik denk niet dat de schrijver dit met opzet heeft gedaan.

            Vergelijking

8.         Het boek dat ik in de eerste periode las was ook een thriller. Dit was  In mijn dromen geschreven door Simone van der Vlugt. Ik vond dit veel spannender. In dit boek gebeurde namelijk veel meer. Het boek was eigenlijk erg hectisch en wat chaotisch. Dit was bij Het graf helemaal niet het geval. Dat kabbelde een beetje voort en er gebeurde eigenlijk niets ontzettend choquerend tot de ontknoping. De enige overeenkomst tussen de twee boeken is dat het alle twee thrillers zijn en er een bepaalde situatie opgelost moet worden. Ik denk dat In mijn dromen mij toch het meest aansprak. Daar verwachtte ik eigenlijk niet zoveel van en het was uiteindelijk toch best een spannend boek. Van Het graf verwachtte ik meer maar dit boek bleek helemaal niet zo heel erg spannend te zijn.

Vragen voor de lezer

9.         Zou jij je eigen ouders vermoorden als ze je onrecht hadden aangedaan?
            Hoe zou jij gereageerd hebben als je terwijl je bejaard bent nog wordt opgepakt voor een moord die je meer dan 50 jaar geleden hebt gepleegd?


     

maandag 7 januari 2013

De Donkere Kamer Van Damocles

Met Nederlands hebben we het boek De donkere kamer van Damocles geschreven door WF Hermans gelezen. Hieronder kan het boekverslag erover gevonden worden.

Informatie WF Hermans:

Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Hij wordt door veel mensen beschouwd als de belangrijkste Nederlandse schrijver van de twintigste eeuw. Nadat hij zijn gymnasium opleiding had afgerond ging hij fysische geografie studeren aan de universiteit van Amsterdam waarin hij in 1955 cum laude promoveerde. Willem Fredrik Hermans was ook nog lector in Groningen van 1958 tot 1973. Na 1973 verliet hij Nederlandom zich in Parijs te vestigen als schrijver.

Willem Frederik Hermans schreef romans, verhalen, gedichten, toneelstukken en essays. Hij vertaalde ook werken en was ook redacteur van verschillende tijdschriften. Het was een erg stugge en eigenwijze man. Zo weigerde hij de P.C. Hooftprijs in 1972 maar accepteerde we de Prijs der Nederlandse Letteren in 1977. Hij kreeg nationale erkenning door de roman De donkere kamer van Damokles die hij schreef in 1958. Hierin wordt Henri Osewoudt door Dorbeck in het verzet tegen de Duitse bezetter betrokken. Alleen is niets wat het lijkt en niets kan bewezen worden. Nooit meer slapen ,geschreven in 1966, wordt beschouwd als het beste werk van Hermans. Hierin wordt een mislukte wetenschappelijk expeditie in Lapland van een jonge geoloog Alfred Isendorf beschreven. Dit boek kan, net zoals de Donkere kamer van Damokles, op verschillende manier geïnterpreteerd worden en is het meeste verwant aan het wetenschappelijke werk van Hermans.

Een terugkomende themas in zijn boeken zijn de Tweede Wereld Oorloog, zelfmoord en de gevoelens van achterstelling en miskenning. De mens blijkt niet in staat te zijn om de wereld echt te kennen, waarbij vooral mensen die iets willen bereiken in het leven of het goed met de mensheid voor hebben, moeten het vaak ontgelden. Hij beschrijft woord en daad van zijn personages vaak realistisch en hard. Hij laat een erg pessimistisch wereldbeeld zien en zijn personages zijn personificaties hiervan. Zijn verhalen zijn afwisselend realistisch en surrealistisch. Hiertussen bevindt zich ook een overgangsgebied, in sommige realistische werken komen niet-realistische verschijnselen voor of blijft "de waarheid" onduidelijk. Voorbeelden hiervan zijn De donkere kamer van Damokles (1958) en Herinneringen van een engelbewaarder (1970). De donkere kamer van Damokles werd in 1963 verfilmd met de titel Als Twee Druppels Water onder regie van Fons Rademakers. Maar ook droge humor en karikaturen komen vaak in zijn boeken voor. Zijn stijl is helder, krachtig en toegankelijk en de romanpersonages vertegenwoordigen vaak een bepaalde visie op de maatschappij.


                 http://www.willemfrederikhermans.nl/



 Fotoserie:

 
                      
 

         

Ik heb deze foto serie gemaakt om te laten zien dat niemand is zoals het lijkt. Net zoals bij De donkere kamer van Damokles zijn mensen niet zoals ze zijn. Was Dorbeck wel wie hij zei dat hij was? Was het echt een verzetstrijder of was hoorde hij  bij Duitser en deed hij alsof hij een verzetstrijder was? En Henri Osenwoudt leek een sullige man. Hij was getrouwd met zijn lelijke nicht, heeft en hoge stem en geen baardgroei. Ondanks dat hij een mietje lijkt, gaat hij wel het verzet in en liquideert hij mensen. Ook hij is niet zoals je dacht dat hij zou zijn. Bij deze mensen in de fotoserie is het precies hetzelfde, ze zijn allemaal niet wat ze lijken.

In de eerste foto zie je een hele gewone man. Maar misschien is hij wel helemaal niet zo gewoon en is hij ’s avonds een drag Queen. Dit is niet aan hem zien.
In de rij daaronder zie je een vrouw die er degelijk en net uit ziet. Maar weet iedereen wel waarmee ze haar brood verdient? Ze had veel moeite om een baan te vinden en is daarom als prostituee gaan werken. Ook zij is niet zoals het lijkt.
Het meisje daaronder ziet eruit als een normaal meisje. Zouden veel mensen weten dat ze eerst een jongen was? Ze ziet er namelijk uit als een gewoon meisje die je zo op straat zou zien lopen.
En het meisje daaronder is gewoon een knap meisje. Als je haar zag, zou je waarschijnlijk niets achter haar zoeken. En dat is ook maar fijn voor haar want ze wil niet dat mensen weten dat ze plastische chirurgie heeft ondergaan. Je zou niet denken dat dit mooie meisje problemen heeft of heeft gehad met haar uiterlijk.

Al deze mensen zijn niet wat ze lijken te zijn op het eerste gezicht. Er zit veel meer achter hen, ze hebben allemaal een eigen verhaal. Ze creëren een illusie, ze laten zich op een bepaalde manier aan de buiten wereld zien. Niemand is zoals hij lijkt.
 

Motto:

Dit is het motto, geschreven door Ludwig Wittgenstein:

“Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als hij er niet is.
Men zou kunnen willen zeggen: ‘Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek.’
-Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij helemaal niet bestaat”

Dit motto past goed bij het boek omdat het natuurlijk op Osewoudt en Dorbeck slaat. Osewoudt weet haast wel zeker dat Dorbeck bestaan heeft. Het enige probleem is dat Osewoudt dit niet kan bewijzen. Het thema van het boek is illusie en ook dat van het motto. Wat er gezegd word in het motto klinkt logisch maar ook niet, dit is hetzelfde met Osewoudt en Dorbeck. Het lijkt allemaal logisch maar toch ook weer niet en illusies worden gecreërd. Door deze dingen past dit motto zo goed bij het boek en het thema.  

Titel:

De titel De donkere kamer van Damocles slaat op de donkere kamer waar foto’s in ontwikkeld worden. Osewoudt moest gedurende het boek foto’s ontwikkelen voor Dorbeck. Maar de foto die de ongschuld van hem had kunnen bewijzen is mislukt. De titel is ook afgeleidt van Het zwaard van Damocles wat duidt op een  voortdurende dreiging. Die is er natuurlijk ook als je in het verzet zit.

Lofrede:

Ik vond dit een erg interesssant boek. Het leukste eraan vond ik dat je erbij na moest denken omdat haast niets was zoals het leek. Hierdoor moet je telkens goed opletten en is het niet een boek dat je zomaar even leest. De ilusies die gecreërd werden maken het boek juist zo goed vind ik. Niets of niemand is zoals het lijkt, wat ook weer fascinerend is. Hierdoor wou ik ook graag verder lezen en achter deze “raadsels”komen.

Ik vond het boek niet moeilijk om te lezen en had het ook snel uit. Ik verwachtte niet zoveel van dit boek en vond misschien daarom wel het zo’n goed boek. Ik verwachtte dat het een ouderwets en saai boek zou zijn, maar dit bleek niet het geval te zijn. Het was een levendig boek vol intrigues.

Ik vond het ook erg fijn dat veel dingen erg gedetailleerd beschreven waren. Hierdoor kan je ze nog beter voorstellen en vorm je een nog beter beeld van het alles.

Ik heb nog een tijdje aan het boek gedacht toen ik het uit had, wat niet vaak gebeurd. Ik snap wel waarom De donkere kamer van Damocles een klassieker genoemd wordt. Mensen van alle leeftijden kennen dit boek en dat is zeker geen verassing. Ik zou het boek zeker aan andere mensen aanraden. Ook al houd je niet zo van lezen is het boek toch een echte aanrader. Het is een boek dat je aan het denken zet en op hetzelfde moment amuseert en vermaakt.